Het is 150 jaar geleden dat in het Nederlands Koninkrijk de slavernij stopte. Dit weekend werd hier uitgebreid bij stilgestaan en de Koning maakte zijn excuses. Het roept hier ook de vraag op, heeft Weesp een slavernijverleden?
Om een lang verhaal kort te houden: ja, ongetwijfeld, maar we weten het eigenlijk niet. Wie echter de kleine puzzelstukjes van wat we wel weten naast elkaar legt, ziet het begin van een puzzel waar er eigenlijk maar één uitkomst is: ook Weesp heeft zwarte bladzijden in de geschiedenis.

Handelsstad
Weesp heeft als handelsstad vanaf het einde van de middeleeuwen voornamelijk binnenlandse handel gedreven. Daarmee werd veel geld verdiend. In de zeventiende eeuw groeide de stad onder de rook van Amsterdam snel, bijna voornamelijk doordat in de wereldhaven die Amsterdam werd, een grote behoefte bestond aan producten die in Weesp werden gemaakt, zoals onder meer bier en jenever. De schepen van de Verenigde Oostindische Compagnie en later de West-Indische Compagnie vormden een dankbare afzetmarkt.
We weten ook dat de elite die in Weesp geld verdiende, deels zelf weer uit Amsterdam kwam. De twee steden zijn economisch altijd zeer verbonden geweest. Rijke families dreven zowel handel in Amsterdam als in Weesp. Dat een deel van het geld van die handel werd verdiend met geld uit de koloniën, kan bijna niet anders. Nu de digitale archieven zich steeds meer openen, onder meer via het project Alle Amsterdamse Akten, komen ook de namen van Weesper families bovendrijven.
Vooral de namen van de rijke 18e eeuwse Weesper regentenfamilies d’Arrest, Thuret en De la Fontaine duiken op in de Amsterdamse akten. Het is, mijns inziens, wachten op een directe link tussen deze Weesper families en de handel in slaafgemaakten. Volgens mij kan het niet anders zijn dat ook deze families geld probeerden te verdienen door geld te investeren in projecten waar slavernij een onderdeel van was. Legden zijn geld in bij de VOC en WIC?

Van der Vegt
Een belangrijke aanwijzing dat slavernij een rol speelde in de Weesper samenleving is het verhaal van Christiaan van der Vegt, de Afrikaanse bediende van de burgemeester Abraham d’Arrest. Hij werd onder dwang meegenomen en komt via het stadhouderlijk hof in Weesp terecht.
Zie ook: www.hoeheettechristiaan.nl
Schilderij
Dan is er het schilderij van Gravin van Gronsveld-Diepenbroinck-Impel, dat in het Weesper stadhuis hangt, de echtgenote van graaf Van Gronsveld-Diepenbroinck-Van Impel, de investeerder achter het Weesper porselein. Op dat schilderij staat een zwarte jongen als bediende afgebeeld. De gravin woonde niet in Weesp, maar het feit dat de bediende is afgebeeld geeft wel aan hoe ‘gewoon’ het bij de elite was om dit te tonen.

Jan Schimmel
Een derde aanwijzing ligt in de rol van van de vader van burgemeester Jan Schimmel, zoon van Jan Schimmel die in de 18e eeuw veel fortuin maakte als koopman op Sint Eustatius. Het eiland is in die tijd een van de eilanden waar slavernij veelvuldig voorkwam. Schimmel sr. is onder meer agent van de Middelburgsche Commercie Compagnie, die tot de nek in de slavenhandel zaten.
De familie Schimmel verdiende een centje bij doordat ze (deels) eigenaar waren van het Weesper jenevermerk Anker en de jenever op Sint Eustatius verkocht. De latere Weesper burgemeester Jan Schimmel wordt op het eiland geboren en komt op zijn veertiende samen met de rest van de familie naar Weesp. Hij gaat niet zijn vader achterna en wordt uiteindelijk rechter en uiteindelijk in 1838 burgemeester van Weesp. Vader Jan Schimmel senior is een directe link tussen Weesp en het eiland Sint Eustatius waar de slavenhandel prominent aanwezig was.

Onderzoek nodig
Het zijn slechts kleine puzzelstukjes, maar duidelijke aanwijzingen dat ook de slavenhandel in Weesp een rol heeft gespeeld. Misschien heel direct, misschien niet. Misschien zijn bepaalde gevels aan de Hoogstraat wel met verkeerd verdiend geld gebouwd. Misschien is het fundament onder het vermogen dat de Weesper families in 1772 op tafel legden om het imposante stadhuis te bouwen, een verkeerd verdiend fundament. Misschien als we in de toekomst de namen van de regentenfamilies uit de 17e en 18e eeuw: d’Arrest, Van Marcken, Peelen, Thuret, Bellaar, Vastwijk, Schouten, De la Fontaine en Van der Poort door de archieven halen we een heleboel te weten komen. Ik zou zeggen: voer voor een afstudeeronderzoek!
Bronnen:
Burgemeesters van Weesp en Weesperkarspel in de 19e eeuw, H.J. Over de Linden
Weesper molens, G. S. Koeman-Poel
Hoe heette Christiaan?, A. Van der Vegt.
Willem en Salomon van Thol zijn vanuit Weesp naar Berbice vertrokken en van daaruit naar Suriname waar ze verschillende plantages beheerden.