Met enige verveling zat ik mijn foto-archief uit 2014 op te ruimen en kwam een foto tegen waarop de plannen voor de wijk Weespersluis op het stadhuis werden gepresenteerd aan de Weespers. Het bracht mij terug, 10 jaar geleden, naar de ideeën achter deze nieuwbouwwijk en naar de uitwerkingen daarvan, die toch heel anders waren dan voorzien.

Op de foto staan nieuwsgierige Weespers rond een grote maquette in de Burgerzaal van het stadhuis. Een eerste kennismaking met het Weesp van de toekomst.
Weespersluis. De nieuwbouwwijk ten noorden van Weesp en ten zuiden van Muiden in de Bloemendalerpolder. ‘Teslaparadise’, ‘de bakfietsenspeeltuin’ of simpelweg ‘het reservaat’ zoals sommige Weespers de nieuwbouwwijk graag plachten te noemen. Waarom? Naja, laten we het maar houden op de enigzins demografische vlakke weerspiegeling van de mensheid. De jonge, vaak opvallend knappe, hoogopgeleide, succesvolle gezinnen uit Amsterdam voeren de boventoon. En daar is niks mis mee, sterker nog, daar is de wijk ook precies voor gebouwd.
Maar, hoe zit dat?
Daarvoor moeten we een flink eind terug in de geschiedenis. Naar de jaren zestig van de twintigste eeuw om precies te zijn. In die tijd was Amsterdam flink aan het groeien en zocht het bestuur van de hoofdstad naarstig naar uitbreidingsmogelijkheden ver buiten het oude centrum. Nadat Amsterdam aan de westkant groots was uitgelegd werd gekeken naar het zuiden en naar het oosten. Naar de Bijlmermeer en naar Weesp om precies te zijn. Dat waren stukken op de landkaart waar makkelijk nog een paar duizend woningen zouden kunnen komen. De Bijlmermeer ging als eerste, en daarvoor werd simpelweg de gemeente Weesperkarspel opgegeven, maar Amsterdam keek verder: naar de Bloemendalerpolder. Want ook daar zou een nieuwe wijk kunnen komen. Geen nieuw idee overigens, want zelfs de grote cacaofabrikant Van Houten maakte al eens eerder plannen voor een wijk in de polder (ander verhaal voor een andere keer).

Toch kwam het er niet van. Die bouw van die Amsterdamse wijk in Weesp. De debacles van de Bijlmermeer en de focus naar Almere als overloopstad van Amsterdam zorgde ervoor dat de Bloemendalerpolder onbebouwd bleef. Toch bleef het prikken, een lap weiland vlakbij het treinenknooppunt Weesp en de snelweg A1. Tussen de jaren zestig en de eeuwwisseling werden in meer en in mindere mate meerdere bouwplannen op de achterkanten van bierviltjes uitgedacht.

Dat had in zoverre gevolgen dat veel investeerders kansen zagen en alvast preventief het eigendom van de weilanden van de boeren overnamen. Het was immers geen kwestie of, maar wanneer er gebouwd zou worden. Na de eeuwwisseling werden er steeds meer serieuze plannen ontwikkeld, maar de gemeenten Weesp en Muiden tekenden verzet aan: te massaal en onvoldoende in de maat van beide steden. Dat leidde zelfs tot ingrijpen van de provincie Noord-Holland die met een maatregel bijna een complete nieuwbouwwijk in de polder afdwong, totdat bleek dat een van de gedeputeerde zich in ieder geval de schijn van corruptie op de hals haalde in een andere zaak en alle bouwplannen waar de provincie druk mee was sneuvelden (zaak Hooijmaijers).
Gedeputeerde weg, bouwplan weg. De Bloemendalerpolder boven Weesp bleef leeg.
Dit tot ongenoegen van de projectontwikkelaars die betrokken waren bij het vorige plan en eigenlijk ook wel tot ongenoegen van Weesp zelf, want ondertussen was in de stad wel duidelijk geworden dat er grote behoefte was aan woningen voor gezinnen: behalve de wijk Aetsveld had Weesp weinig zogeheten ‘doorstroomwoningen’. Het was hokken op een flatje in de stationsbuurt en als er kinderen kwamen, was het vechten om een wat ruimer huis met tuintje in de stad. Ook kwakkelde de middenstand van Weesp, want kapitaalkrachtige gezinnen trokken noodgedwongen de stad uit.
Zorgenpunt was wel dat dit allemaal speelde in de directe nadagen van de kredietcrisis van 2008. Door heel Nederland werd geen enkel nieuw groot nieuwbouwproject meer gestart: banken durfden simpelweg geen enkele euro meer te investeren met enig risico. Huizenprijzen daalden bovendien behoorlijk.

Er was echter een oplossing! Daarvoor werd in Weesp een briljant idee gesmeed, een win-winsituatie, een mes dat aan beide kanten sneed, een slim samenwerkingsvoordeel. Wat was het idee? Zowel de gemeente als de projectontwikkelaars deden een stap naar voren, naar elkaar. Allebei een beetje water bij de wijn.
De projectontwikkelaars, die grotendeels grondeigenaren waren, stelden zich garant voor de ontwikkeling van de hele nieuwe wijk Weespersluis. Sterker nog, ze zouden voor alles gaan zorgen. Van huizen tot straten, van scholen tot winkels, van groen tot speeltuinen, dit gingen zij allemaal regelen.
Maar wat wilden zij terug? De vrije hand om een wijk te bouwen waar huizen gebouwd zouden kunnen worden met een grotere winstmarge dan de gemiddelde starterswoning. De nieuwe wijk zou grotendeels gaan bestaan uit middeldure tot dure woningen. Dat was overigens geen probleem, want dat waren op dat moment precies de gezinswoningen waar in Weesp zo’n behoefte aan was.
Daarmee belanden we in 2012. Op de tekentafels werd een prachtig plan gepresenteerd voor een groene wijk met ruime eengezinswoningen, onder architectuur en met brede lanen. Voor de luxe huizen zelfs een steiger met een bootje achter de deur. Welkom Weespersluis.
Contracten getekend. Glas geheven. Voorbereidingen begonnen. Iedereen blij. In 2014 worden Weespers op het stadhuis bijgepraat over hun nieuwe stukje stad.

Knalluhh!
En wat bleek? Een schot in de roos! Wat zeggen we nu? Nee, een ronduit geniale move! Een mega-belegging!! Want?
De huizenmarkt krabbelde op. De economie herstelde hard. De huizenmarkt ontplofte. Huizen bleken niet aan te slepen en doordat er ook nog eens een tekort aan woningen was ontstaan door al die stilgevallen bouwprojecten in de kredietcrisis was Weespersluis ongeveer het enige grote nieuwbouwproject onder de rook van Amsterdam dat wel werd gebouwd én waar nog een huis te koop was.
Amsterdammers doken massaal op al die zo gewilde nieuwbouwwoningen en de prijzen knalden door het dak. Wat in 2014 middelduur tot duur heette, bleek een paar jaar later goud geworden. Doorstroomwoningen voor Weespers lijken het daarmee voor een groot deel niet geworden, een mooie wijk werd het wel.

Dank voor dit verhaal, Christian. Er wordt wel degelijk doorverhuisd door Weesper gezinnen, alleen worden hun huizen nu niet bewoond door jonge Weespers, maar veelal door expats die doorverhuizen vanuit een appartement in Amsterdam.
En is de wijk een slachtoffer van eigen succes, of zijn de bewoners én de Weespers slachtoffer van niet ver genoeg doordachte plannen om al die voorzieningen op niveau te krijgen, en tekortschietend toezicht op de uitvoering daarvan door de GEM?
Goede vraag Sara!
Ik weet wel dat er aanvankelijk gerekend is met CBS-gemiddelden voor bijvoorbeeld het aantal kinderen per huis, maar dat door de enorme toestroom van jonge gezinnen dat te conservatief bleek, waardoor de voorzieningen van school en opvang bij lange na niet voldoende bleken. Dat er verder geen hele brede voorzieningen kwamen, was ook wel vanuit de toenmalige gemeente Weesp een wens, zodat het winkelaanbod in het oude centrum zou kunnen profiteren. Dat er vervolgens een bottleneck bij de Bouhuijstunnel bleek te ontstaan, was dan weer niet voorzien.